GT. Een automobiel begrip. Maar wat maakt een auto tot GT oftewel Gran Tourismo?
Het is niet per definitie de snelste sportwagen, gemaakt voor het betere bochtenwerk. Liever wat zwaarder in de neus, voor een goede koersvastheid.
Maar wel snel, liefst met een dikke V8 of V12. Eigenlijk zijn dit soort wagens een legacy uit de jaren '60 , begin jaren '70.
De standaardtrip voor een GT is van hier naar Zuid Frankrijk, maar het kan ook ergens anders heen zijn. Dit met een behoorlijk hoog gemiddelde.
Belangrijk is dat de GT karakter heeft, anders is het geen GT. Een levende machine, haast als een dier, met nukken en een hele gebruiksaanwijzing.
Maar doe je het goed, dan word je op het ondefinieerbare GT gevoel beloond. Liefst rijd je de GT 's nachts, dan is het beter kilometers maken.
Of alleen, of met een leuke vrouw. Met een andere vent in een GT is not done. Dan liever 2 GT's.
Haast altijd 2-zitters, met een extreem lange motorkap. Voor de echte GT-purist is de reis minstens zo belangrijk als de bestemming.
Hoger automobiel genot is niet mogelijk. Voorbeelden van dit soort auto's? Lamborghini Miura of Maserati Bora.
Helaas bestaan dit soort auto's bijna niet meer en kun je het niet meer maken om in een dergelijk tempo jezelf te verplaatsen.
Veel te druk op de weg, en het wordt als asociaal ervaren een dergelijke rijstijl te hanteren. Maar als je het subtiel doet, stoor je niemand.
Dan is er nog het punt dat je een redelijke aanslag doet op de fossiele brandstoffen, iets waar ik zelf wel eens wroeging mee heb als ik het gas intrap.
Ik doe het dan ook niet zo vaak. Ach, het tijdperk van deze vorm van automobiliteit is gewoon voorbij. Dan moet je de Mille Miglia gaan rijden.